Het Réveil


Met het Réveil wordt een Europese opwekkingsbeweging aangeduid die vooral actief was in de jaren 1815-1865. Zij is ontstaan in Zwitserland en heeft zich vervolgens eveneens gemanifesteerd in  Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittanië en Nederland.

De voornaamste aanjager van het Nederlandse Réveil was de dichter en geleerde Willem Bilderdijk (1756-1831). Sommige van zijn leerlingen werden eveneens belangrijke vertegenwoordigers: de schrijver en arts Abraham Capadose (1795-1874), de dichter en zakenman Willem de Clercq (1795-1844), de letterkundige Isaac da Costa (1796-1860), de historicus en politicus Guillaume Groen van Prinsterer (1801-1876) en de schrijver en ambtenaar Samuel Iperuszoon Wiselius (1769-1845). Ook de schrijfster A.L.G. Bosboom-Toussaint (1812-1886) liet zich inspireren door het gedachtegoed van het Réveil. Afkerig van de rationalistische denkbeelden van de Verlichting waren de aanhangers uit op verdieping en verlevendiging van het christelijke voelen, denken en handelen op uiteenlopende terreinen van het leven. In Nederland droeg de beweging een orthodox-protestants karakter, waarbij persoonlijke bekering, religieuze ervaring en vroomheid vooropstonden, terwijl gezocht werd naar een evenwicht tussen dogmatiek en religieuze sensibiliteit. Een volksere en kerkelijker georiënteerde variant ontwikkelde zich in Friesland als het Fries Réveil.

Het Nederlandse Réveil heeft twee fasen gekend. De eerste begon in 1826, toen Da Costa  in zijn huis in Amsterdam wekelijkse bijeenkomsten ging houden met Bijbeluitleg en zang. Ook elders in de stad werden dergelijke réunions gehouden. De tweede fase, sinds 1845, kenmerkte zich door een sterk maatschappelijk engagement, met name door toedoen van de schrijver en predikant Ottho Gerhard Heldring. Deze zette zich in voor daadwerkelijke christelijke naastenliefde en gaf de aanzet tot allerlei initiatieven op het gebied van volksverheffing en onderwijs, van jeugd-, zwakzinnigen- en armenzorg, en van de bestrijding van alcoholisme en prostitutie. Een voorbeeld daarvan zijn de Heldring-stichtingen in Zetten. Daarnaast gaf het Réveil de aanzet tot initiatieven op het gebied van de christelijke zending en tot de oprichting van diverse antirevolutionaire en christelijk-historische verenigingen en politieke partijen.

 
 
 
  

‘De brede en de smalle weg’, over de twee levensroutes: met veel werelds plezier naar de hel of zonder veel aardse genoegens naar de hemel.